De 80 van 1 Altena



Datum:
5 en 6 april 2019
Naam:
De 80 van 1 Altena
Organisator:
Plaats:
De nieuwe gemeente ALTENA
Aantal km’s:
80
Duur ±:
19 uur en 45 minuten
Google Earth GDB-file (Garmin) GPX-file Foto’s

Start

Rond 20:30 uur van huis vertrokken voor mij 39-ste Kennedymars, vanaf 10 september 2005. Voor de 40 zal er nog 1 gepland moeten worden; wie wordt de gelukkige?  Aangekomen in ALMKERK – de start- en finishlocatie – is het zoeken naar een parkeerplaats. Op zo’n 700 meter vind ik een plekje; of ik dat nog haal na 80 km wandelen, who knows ….
De gestelde ETA (estimated time arrival) wordt 17:55 uur. De planning is om rustig zo’n 5 km/h te gaan lopen. Voor 80 km is dat dus 16 uur lopen en 4 uur ‘rondhangen’ bij de vrijwilligers op de posten en de toeschouwers langs de kant. De afgelopen tijd veel uren in de polder gewandeld bij de Vrijbuiters en Wandelvreugd. Ik weet dus goed wat me te wachten staat.

Bij de start zie ik diverse bekenden, die ik voor de rest van de tocht niet meer zal zien. De ontvangst is vlotjes en in een plastic zak krijgen we wat lokale info, voor het geval je nog eens terug wilt komen bij daglicht. Als klap op de vuurpijl krijgt iedere loper een reflecterend hesje met heel groot het nummer 80; als dat maar geen verwarring geeft bij controles. Iets voor 22:00 uur – na een speech die ik niet kon volgen – werd het startschot gegeven. De eerste kilometer door Almkerk staat heel wat volk langs de route. Maar zodra de bebouwing ophoudt, valt een deken van duisternis over het wandelpeloton en is links en rechts enkel nog een weidse blik over de donkere polders waar te nemen.

Het gehucht Uppel wordt als eerste woonkern – ook al wordt het niet genoemd onder de 21 dorpen – genomen, waarna het terug gaat naar Almkerk. Hier vinden we de eerste wagenrust. Na een snelle versnapering en drank gaat het naar het op 15 km gelegen HANK. Het is inmiddels ver na middernacht als het oord DUSSEN wordt genaderd via een fietspad wat veel weg heeft van een landingsbaan met landingslichten. De eerst binnenrust is in de basisschool De Peppel in DUSSEN. Hier ga ik er maar eens goed voor zitten, hoog en droog op een binnentribune met een goed zicht op het koffieverdeelpunt en de in- en uitlopende wandelaars. Vanuit deze hoge zetel zie ik iemand voorbij schuiven die veel weg had van Danyell. Ik roep maar krijg geen reactie; zal dus wel iemand anders zijn.

Bedankt!

De opruimactiviteiten van de vrijwilligers is voor mij een teken om op te stappen. De eerste 20 km zijn gepasseerd; nu 17,5 km wegzetten tot de tweede binnenrust in Genderen. Het gehucht/dorpje MEEUWEN – waar een controlepost is neergepoot – wordt snel genomen m.b.v. een lusje. We moeten uiteindelijk noordwaarts naar BABYLONIËNBROEK. Het binnengaan van dit oord wordt mooi gemarkeerd met een boog en veel lampjes en allerlei lekkers. Deze ‘wagenrust’ was helemaal niet gepland en zat ook niet in mijn routetijdtabel, maar daarom niet minder welkom. Het was een soort voorteken wat de wandelaar te wachten stond: zo’n 3 km feestverlichting bij vele huizen met aanmoedigingen voor bekenden en onbekenden en met hele ‘kunstwerken’, waaronder de tip om volgend jaar maar een fiets te nemen! Heel veel dank aan alle Babyloniërs die ons op een prachtige manier hebben ondersteund. Ondanks de naam van het oord weet men hier elkaar eenvoudig te begrijpen.

We zijn de 30 km gepasseerd als het dorpje EETHEN wordt doorklieft op doortocht naar het zuiderlijke DRONGELEN. Inmiddels loop ik in de buurt van twee dames; dan ervoor, dan erachter. M.a.w. bijna hetzelfde tempo. In DRONGELEN is weer een wagenrust op zo’n 33 km. Ik ben al vrij snel gestopt om bij te houden wat er allemaal wordt aangeboden op de wagenrusten. Ook al loop ik helemaal aan het begin van het einde van de staart van het wandelpeloton, er is nog zat te krijgen. Éen enkel verbeterpuntje, laat de limonadesiroop wat langer naast het water staan.

Na Drongelen gaat het echt de duisternis in. Een haakse bocht naar links – mij bij een vorige tocht al opgevallen – en we zitten op de 3 km lange dijk naar GENDEREN. Ver voor mij uit zie ik nog net rode lampjes bewegen, achter mij is geen sterveling te zien. Met een mooi tempo op de oren, wordt de dijk vlotjes afgewerkt. Bij het binnenkomen in GENDEREN zie ik de EHBO-ploeg bezig met een wandelaar die helemaal op is.  Verderop in het dorp staan enkele bewoners hun eigen verzorging te doen, maar hebben al in de gaten dat er TE veel is ingekocht. Mijn voorstel was om op zondagmorgen in de kerk naast de pastoor te gaan staan bij de communieuitreiking en na het H. Brood van de pastoor de resten van de post uit te delen. “Wij hebben geen pastoor maar een dominee!” (Slik slik, foutje.)

Nog niet de laatste

In de binnerust van GENDEREN op 37 km is het al behoorlijk rustig en ik zoek een stoel vlak bij de koffers. Niet veel later komen de twee dames ook aan schuiven aan. Inmiddels heeft de duisteris plaats gemaakt voor wat daglicht en kan ik wat verlichting en andere overbodige zaken achterlaten in mijn Schakelringkoffertje. Wel gaat de powerpack nu mee om mijn mobieltje weer wat pit te geven. Gezien de ochtendtemperatuur en mijn natte rug doe ik een lichte winddichte jas aan.Ook wissel ik het gekregen veiligheidsvest in voor een ander vest met de sluiting van voren. Dat de Limburgse vlag op het achterpand staat is “stom toeval”.

(Inmiddels heb ik tijdens dit verslag de Rode Kruis Bloesemtocht gelopen. Er zijn meer zaken die voortgang behoeven!)

Opgewekt stap ik op, op zoek naar het 40 km-punt. Het daglicht laat zich langzaam zien. Iets voor Wijk en Aalburg zit de helft van de tocht erop; het is iets over zevenen, nog 11 uur te gaan. In Wijk en Aalburg, de ‘zetel’  van de organiserende  wandelclub, is  – afgezien van de wagenrust – totaal niets te merken van een bijzonder evenement. Wat een verschil met Babyloniënbroek! Het volgende oord is Veen. Hier passeren we het plein waar tijdens de jaarwisseling menig autowrak definitief uit zijn lijden wordt verlost. Gewoon de fik erin, wat goed te zien is aan de zwartgeblakerde bestrating.

In Andel weer een kleine – maar warme – buitenrust. Een bezoekje aan een klein kamertje lucht op.  Na wat fruit, water en snoep gaat het verder, waarna de bemensing van de post in actie komt en begint op te ruimen. In Giessen staat de laatste hoofdpost waar ik mijn tas kan bezoeken, met de nadruk op ‘KAN’. Stiekem wordt me gevraagd of ik dat wel wil, anders kan ie nu – als laatste – mee naar de finish. Tja, wat doe je dan? De koffer ongeopend meegegeven; het zijn ‘nog maar’ 28 km.

Wie was die schilder?

Via Waardhuizen, Uitwijk en Rijswijk komen we weer op de dijk langs de Afgedamde Maas naderen zo Woudrigem. Een van de dames haalt mij met een flinke tred in en ik zie haar vóór de stadspoort rechtsaf gaan; helemaal fout. Ik probeer haar nog terug te fluiten, maar helaas, ze verdwijnt uit mijn zicht. Het lopen door Woudrichem is, na 60 km, een hele klus. De bestrating zou goed passen in de wielerwedstrijd van het noorden, Parijs – Roubaix. Buiten de oude kern van de stad is wagenrust nummer 9. Het zonnetje schijnt en het is er heerlijk uitrusten. Mijn twee ‘guardian angels’ die mij telkens op enige afstand volgen, komen ook van het ‘terras’ genieten. Na een mooie babbel stap ik weer op, op weg naar de laatste hoofdrust. Wel moet ik hiervoor nog 2 wagenrusten wegwerken; Sleeuwijk in een nieuw winkelcentrum (op 66,1 km) en Vijcie op de dijk op 70 km. Omdat we – de dames zijn weer bijgetrokken – de laatsten zijn, hoeven we in Vijcie niet de dijk af, maar worden boven op de dijk enkele stoelen voor ons neergezet.

Met z’n vieren beginnen we aan de laatste 10 km. In Werkendam op de laatste hoofdpost is men al behoorlijk nerveus. Gezien het tijdschema zouden we geen tijd meer hebben om te rusten. Het is 10 over 4 als we vertrekken voor de laatste 7 km; dat moet lukken. Via een mooi lang fietspad met een klein klimmetje over een verkeersweg vinden we wagenrust nummer 12, de laatste. Ook hier is men nerveus maar dat weerhoudt ons niet om lekker te rusten. Na nog wat extra voeding gaan we op weg naar de finish op ruim 4 km: het is kwart vóór 5.

Het laatste lange fietspad

De laatste kilometers kronkelen zich door het dorp Nieuwendijk en onder de A27 door. We zijn nog niet zeker wie als eerste de finishlijn mag/kan passeren maar de dames zijn het er wel over eens dat ik de laatste moet zijn met mijn ETA van 17:55 uur. Daar heeft deze jongen dus geen zin in. Uiteindelijk gaan we gezamenlijk – onder luid gejuich en applaus – over de streep. De klok stopt op 17:44 uur; nog 10 minuten over. 🙂

Over de streep worden we gefeliciteerd en ontvangen we een oorkonde met een prachtige medaille. Op het buitenterras wordt nog wat nagepraat, maar als het donker begint te worden stappen we op. Gelukkig wordt ik – inclusief mijn rolkoffertje – met een auto teruggebracht naar de parkeerplaats waar mijn auto staat; zo’n 750 meter ver weg. Met een goed gevoel verdwijn ik huiswaarts. Na een warme douche en maaltijd is er niets lekkerder dan een bed. De volgende ochtend begint pas de ellende van een Kennedymars. In de linkervoet zit de enkel helemaal op slot. Al strompelend kan ik voorwaarts, maar die zondag zal het verder een kwestie van ‘zitten’. Gelukkig weet ik dat dit na een dag al snel minder wordt. En zo geschiede!

Een laatste woord aan de organisatie en de vrijwilligers. Dank voor de organisatie van, en de steun tijdens de tocht. Voor deze eerste keer dat jullie een Kennedymars hebben georganiseerd, kan ik mijn petje afnemen. Ik heb genoten van de indeling van de route, de verzorging en de altijd behulpzame vrijwilligers. Chapeau!

 

 

 

Leave a Reply

You can use these HTML tags

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

  

  

  

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.